Lucius Ferenius Metcius – Zo heette een pottenbakker die in de tweede of derde eeuw in Heerlen woonde en werkte. Zijn pottenbakkerij lag op de plek van het tegenwoordige regionaal centrum de Luciushof aan de Putgraaf. Een paar jaar voor de viering van het tweeduizendjarig bestaan van Heerlen, kwam beeldend kunstenaar Hubert Bour in 1996 met het initiatief van een reus, genoemd naar pottenbakker Lucius.

Heerlen

Heerlen heeft een nog steeds zeer zichtbare link met het Romeins verleden. Dat heeft de stad te danken aan het Thermenmuseum waarin de resten van het in 1940 opgegraven badhuis van Coriovallum (Heerlen) zijn te zien.

In het Romeinse Heerlen waren veel pottenbakkers gevestigd. Een van hen was Lucius Ferenius Metcius. Zijn naam stond vermeld op een kruik die werd gevonden tussen de resten van een ontplofte oven. Op deze kruik had de pottenbakker in drie regels zijn levensverhaal opgeschreven. Het is heel bijzonder dat een historisch figuur uit die tijd voortleeft in de vorm van een reus.

Deze pottenbakker was geen romein, maar een inheemse ambachtsman. Lucius had de bijnaam Ferenius. Dat betekende afkomstig uit Feresne, het huidige Belgische Bilzen.

De reus is 5,30 meter hoog. Het lijf is een constructie van staal. Bijzonder is de manier waarop de handen en de kop zijn uitgevoerd. Hubert Bour maakte ze van piepschuim. Daar bracht hij een laag modelleerklei op aan. In Rotterdam werd op deze laag een coating aangebracht waarmee ook zeecontainers worden verduurzaamd. Deze techniek leverde een lichte en zeer sterke kop op.